Indien baarmoederhalskanker is geconstateerd geeft dat een behoorlijke invloed op de vrouw en haar leven. Als vrouw zijnde wil je dan heel veel weten, wat zijn de behandelingen die mij te wachten staan en is baarmoederhalskanker te genezen?
Behandelmethodes
Afhankelijk van het soort kankercellen wat is aangetroffen en de mate van kwaadaardigheid en stadium waarin de baarmoederhalskanker verkeerd, zal er in overleg met u een behandeltraject worden doorgenomen. De behandelingen die mogelijk zijn, worden alleen in gespecialiseerde centra uitgevoerd, zoals academische ziekenhuizen.
Warmtebehandeling; Medicatie; hormonen en/of chemotherapie; Bestraling;
In principe vindt er maar één behandeling plaats, maar ook een combinatie van deze behandelingen is mogelijk. Als laatste is een operatie mogelijk waarbij de gehele baarmoeder of slechts een gedeelte ervan verwijderd wordt. Eventueel worden ook de eierstokken, eileiders en de lymfklieren in het bekken verwijderd.
Bij bestraling kan deze voorafgaand aan een operatie (maakt de kankercellen kleiner) en ook naderhand aanvullend worden uitgevoerd. (onzichtbare uitzaaiingen bestrijden)
Indien de baarmoederhalskanker niet meer te genezen is, kan de gynaecoloog een zo goed mogelijk remmende behandeling voorstellen, zodat uw klachten wat verminderen. Door een bestraling zult u dan niet meer genezen maar wel minder bloedverlies hebben, of zal het zelfs stoppen.
Kinderwens
Indien er nog een kinderwens is, is het in sommige situaties mogelijk om alleen de binnenkant van de baarmoederhals te verwijderen via de schede. Deze nieuwere techniek (trachelectomie) heeft als doel om de baarmoeder te behouden. De lymfklieren zijn eventueel via een kijkoperatie in de buik te verwijderen. Uw gynaecoloog kan u vertellen of dit een mogelijkheid is in uw situatie.
Warmtebehandeling
Warmtebehandeling oftewel hyperthermie, kan alleen in gespecialiseerde ziekenhuizen en betekend “verhoogde temperatuur”. Om de kankercellen te vernietigen of gevoeliger te gaan maken voor een andere vervolgbehandeling wordt de kanker verwarmd van ongeveer 40 tot 45 graden Celsius. Deze therapie wordt alleen in combinatie met andere behandelmethodes toegepast in een gevorderd stadium van de baarmoederhalskanker.
Medicatie
Als aanvullende behandeling na een operatie wordt er vaak chemotherapie als ondersteuning van de bestraling toegepast of tabletten met hormonen voor een ondersteunende werking om het bloedverlies te verminderen of te stoppen.
Uitwendige bestraling
Vanaf de buitenzijde kan door de huid vanaf diverse plaatsen een bestraling worden toegepast met behulp van een bestralingsapparaat. De radioloog bepaald hoe groot de dosering dient te worden. De benodigde straling wordt gedurende een aantal minuten en aantal weken achtereen op doordeweekse werkdagen toegepast. Een ziekenhuisopname is hiervoor niet noodzakelijk. Als u een operatie heeft ondergaan wordt meestal een aantal weken later begonnen met een aanvullende uitwendige bestraling.
Inwendige bestraling
Als de arts een inwendige bestraling adviseert wordt er een stralingsbron in de baarmoeder aangebracht en/of in het bovenste gedeelte van de vagina, dit vindt plaats onder narcose of een plaatselijke verdoving. Bij een inwendige bestraling is het niet mogelijk om de lymfklieren te bestralen. Vanwege de straling zult in een speciale kamer gaan verblijven en wordt u aangesloten op een apparaat waarin zich radioactief materiaal bevindt. De hoeveelheid wat in uw situatie benodigd is wordt door de radiotherapeut vastgesteld. Per patiënt is de tijdsduur verschillend en soms is een ziekenhuisopname noodzakelijk.
Uw keuze?
Uw arts zal natuurlijk altijd met u de best passende behandeling bespreken, maar u blijft toch zelf de beslissing nemen aan welke methode u de voorkeur geeft.
Bijwerkingen
De erg langdurige behandeling die voor baarmoederhalskanker nodig is, vraagt erg veel energie van lichaam en geest en kan maanden tot wel jaren duren.
Complicaties
Bij iedere operatie kunnen complicaties optreden, zoals bloedingen, infecties, trombose dus ook bij een baarmoederhalskanker operatie. Als de lymfklieren in het bekken verwijderd dienen te worden is er ook kans op een beschadiging van de urinewegleiders. In een later stadium heeft de operatie gevolgen voor de vruchtbaarheid, soms is er een mogelijkheid om de beide eierstokken of één ervan te behouden.
Urineverlies
In enkele gevallen blijkt een vrouw na de operatie last te krijgen van ongewenst urineverlies. Dit kan ontstaan doordat gedurende de operatie nabij de blaas enkele kleine zenuwen beschadigd geraakt zijn. Doordat de prikkeling van een te volle blaas dan later ontbreekt, verliest de te volle blaas dan plotseling een hoeveelheid urine. Soms keert het signaal om te moeten plassen vanzelf weer terug, daarom is het beter om na een operatie op gezette tijden te gaan plassen.
Lymfoedeem
Na de operatie bestaat er een kans op lymfoedeem het ophopen van vocht in de benen.
Overgang
Omdat bij het verwijderen van de eierstokken bepaalde hormonen niet meer aangemaakt worden, komt de vrouw versneld in de overgang en geeft dezelfde klachten als met een natuurlijke overgang.
Chemotherapie gevolgen
Door de toegepaste chemotherapie worden ook gezonde cellen aangetast en de gevolgen hiervan zijn onder andere: braken, misselijkheid, darmstoornissen, haaruitval, vermoeidheid en een groter risico op infecties. Als de chemotherapie behandeling wordt gestopt verdwijnen de meeste bijwerkingen geleidelijk aan. Chemotherapie is dan ook een erg zwaar belastende behandelmethode.
Controles
Gedurende het eerste jaar na de behandeling komt u minimaal iedere drie maand voor controle bij de gynaecoloog en/of radiotherapeut. De arts maakt dan een uitstrijkje en verricht inwendig onderzoek. Meestal wordt er dan ook bloedonderzoek en radiologisch onderzoek verricht. In het 2e jaar worden het aantal controles teruggebracht en na 5 jaar zijn deze in zijn geheel niet meer noodzakelijk. Als er bloedverlies uit de schede ontstaat, dient u onmiddellijk de gynaecoloog te contacteren.
Genezing
Net als bij alle andere kankersoorten wordt ook bij baarmoederhalskanker de kans op genezing uitgedrukt in een periode van 5 jaar na de behandeling, de zogenaamde “vijfjaars overleving”.
Na een periode van vijf jaar geen aanwijsbare signalen op terugkomst, is de kans dat de kanker terugkomt zo klein geworden, dat de controles kunnen komen te vervallen.
Statistieken
De overlevingskansen zijn gemiddeld na vijf jaar ongeveer 70 procent van alle patiënten, er zijn verschillende stadia van overleving:
Stadium I: 75 tot 90 procent
Stadium II: 45 tot 60 procent
Stadium III: 20 tot 25 procent
Stadium IV: 5 tot 10 procent
Uw arts kan u vertellen in welk stadium u zich bevindt.